Herinneringen aan Ben van Voorn ( 1927 - 2004 ) naar biografie
We gingen ook vaak met z'n drieën op studiereis,Ben,
Jan en ik en hadden ook afspraken gemaakt voor wat duidelijkheid onderweg.
Het ergens kunnen werken was heel belangrijk.
Jan Schroot was vanaf 1970 huisgenoot van Ben en Henny van Voorn
Als één van ons nog graag wat wilde blijven,omdat hij voelde dat er voor
hem nog meer in zat en de anderen waren er al mee klaar, dan bleven we toch
nog een dag. Maar dat kwam niet veel voor, we waren het meestal wel met
elkaar eens,Ben en ik dan. Jan vond het vaak allemaal prima!
Dan had Ben nog voorgesteld dat degene die honger kreeg moest koken, maar
daar hebben we ons niet lang aan gehouden, het loste zich meestal vanzelf
wel op.
Ik denk nog vaak met dankbaarheid aan het samen
onderweg zijn met Ben en Jan.
In mijn dagboek schreef ik op 23 augustus 1980: "We drinken koffie in
Boissy le Repos, komen niet tot tekenen en rijden weer door. Sézanne ,
Nogent, Sens. We rijden door een prachtig glooiend landschap. Soms zie je al
kilometers ver de weg voor je liggen. Er komt een heel blij, groot
geluksgevoel in me. Vlak voor Montargis gaan we even van de weg af en vinden
naast een bosje een goede overnachtingplaats. We hebben uien en wijn gekocht
en maken een heerlijke maaltijd".
Als we dan na lang rijden op een geschikte plaats om te
overnachten en misschien morgen wat te werken,waren aangekomen, ging Ben
vaak even de benen strekken, eindje lopen,even alleen zijn,hij had ook vaak
al die tijd gereden. Jan ging op zoek naar hout en ik maakte een geschikte
plek voor het vuurtje. In de luwte achter de auto een cirkeltje van
stenen,klapstoeltje erbij. Na een poosje kwam Jan er aangelopen met een arm
vol hout. Zelfs op de meest kale woestijnachtige vlaktes kwam Jan altijd met
geschikte houtjes voor het vuurtje terug.
De volgende ochtend was Ben meestal al heel vroeg op en ging aan het werk.
Vooral de eerste dagen van de reis. Er moest wat gemaakt worden. Dan kon hij
ook, had ik het gevoel, van die andere kant van het onderweg zijn heel erg
genieten, zoals even zwemmen, een slaapje in de zon.
Eén van de mooiste reizen, zeker de langste, een kleine drie maand, herfst
1980, ging Wim Manten, een oude reismaat van de jongens ook mee. Terwijl we
van de andere reizen altijd mooi bruin, maar toch wat mager terugkwamen,
zorgde Wim er o.a. voor dat we altijd goed gevarieerd te eten hadden: een
grote pan met frietjes op het vuurtje, een schaal met een prachtige
kleurrijke salade, zelfgevangen visjes en een heerlijk glas wijn bij de
hand.
En nog net in het blikveld, zodat we er ook tijdens het eten steeds even
naar konden
kijken, de deze dag gemaakte,nog natte olieverven op de veldezel.
Dat alles bij elkaar, heerlijk...
De resultaten van die reis hebben we geëxposeerd in het Bruggebouw in Emmen.
Wim opende de tentoonstelling.
Als ik nu eens met de hond loop en het is een beetje heiig, mooie grijzen in
de verte, een rijtje bomen ervoor, wat zwarte paaltjes pittig vooraan, dan
zou Ben zeggen als hij naast me liep: "Daar kunnen we wel mee aan het werk
gaan, een notitie van maken".
Dan sta ik even stil, Ben is er nog vaak bij...
De langere reizen werden wel van te voren besproken,
maar zo maar een paar dagen er uit, dat kon
helemaal onverwachts gebeuren. Dan kon het zo maar zijn dat 's avonds om een
uur of zeven de telefoon ging....
"Dag Ben, met Ben....ik was eigenlijk van plan een
paar dagen naar het zuiden te gaan werken.
Heb je zin mee te gaan? ".
"Moment Ben.."
" Marijke, komt het uit dat.......?".
"Ja hoor ".
"Ja Ben, is goed ".
"Ben ik morgen om een uur of tien bij je ".
"Goed, tot morgen".
Geweldig dat de situatie thuis zo was, dat ik er gemakkelijk een paar dagen
uit kon.
De volgende morgen dronken we met Marijke samen nog een kop koffie, laadden
mijn spullen in en vertrokken. Zo gauw we uitgezwaaid waren en de bocht om
aan het eind van de straat, waren we onderweg. "Aan het werk". Op naar te
schilderen onderwerpen.
Het is zelfs eens voorgekomen dat we onderweg naar Frankrijk, even voorbij
Gasteren, een paar kilometer van huis, gelijktijdig het mooie zandwegje aan
de linkerkant met een bocht zagen weglopen, prachtig in het licht. We
stopten en gingen er mee aan het werk.
We sliepen die eerste nacht aan de Vecht,bij Ommen.
Mooi om ook samen een stilleven op te bouwen. Vaak in
Ben zijn atelier. Net zolang schuiven en de voorwerpen plaatsen, totdat wij
er beiden,naast elkaar zittend, mee aan het werk konden.
Dat was altijd heel inspirerend, zo samen werken,wat experimenteren, maar
beiden op onze eigen manier en er tussendoor veel over praten. Of het nu bij
hem even heel erg goed ging, of bij mij, het ging over het werk. We hadden
dan het gevoel dat we goed bezig waren. Heel bijzonder,zo sterk heb ik dat
nooit met een andere collega meegemaakt. Ben was mijn beste schildersvriend.
Onze laatste gemeenschappelijke, op die manier ontstane stillevens, maakten
we begin 2004.
Op tien augustus 1967 stapte Ben van Voorn mijn wereld
binnen.
Marijke en ik waren eind juni getrouwd en hadden het schuurgedeelte van de
boerderij van Job Hoven, Brink 22, in Norg gehuurd. Om er te wonen en mijn
werken te exposeren. Aan de buitenmuur hing het bord "Expositie de Vier
Rondjes", met een affiche waarop stond dat er binnen schilderijen,
aquarellen, gouaches, pastels, grafiek en tekeningen te zien waren. Ik was
veel aan het experimenteren. Het was een tijd waarin er van alles op alle
gebied mogelijk was .Het voelde als een enorme vrijheid en we leefden van
het werk..
Ben was heel geïnteresseerd. We hadden direct al een mooi contact en over
"het werk" zijn we vanaf dat moment nooit uitgepraat geraakt.
In de herfst verhuisden we naar een klein boerderijtje
even verderop. Pompstraat 12. Ben hielp me een klinkervloer te leggen in het
schuurgedeelte waar het atelier zou komen. Het motief en hoe je ze legde.
Hij nam een lange lat en zijn waterpas mee.
Later in Annen hebben Ben en Jan ons ook heel veel geholpen met de
verbouwingen. Ben leerde me onder andere metselen, goede verbindingen maken
en rollaagjes leggen.
In het atelier in Norg had ik ook mijn etspers en we
zijn een hele tijd samen aan het etsen gegaan.
Een paar keer in de week, die nazomer en herfst van '68.
's Morgens maakte Ben dan de dagelijkse Bommelstrip, of een illustratie
opdracht. Na de middag kwam hij mij halen en dan gingen we samen in zijn
auto op pad. Altijd was er wel een onderwerp dat ons beiden aan het werk kon
zetten. Naast elkaar,voor in de auto zittend,tekenden we op het zwart
gemaakte zinkplaatje.
Aan het eind van de middag, thuis, had Marijke het eten klaar. Na samen
gegeten te hebben, gingen we naar achteren, naar het atelier, aan het etsen
en afdrukken, vaak tot diep in de nacht. De resultaten hingen we aan
lijntjes aan de balken te drogen.